Verwarrend broedseizoen

Nog drie nachtjes slapen, dan is het april. Lentemaand bij uitstek waarin het nieuwe leven zich weer gaat ontwikkelen. Het komend Paasweekend zal het koudst zijn sinds 1964 en volgens de weerman van een landelijke krant zal het hierna zelfs nog kouder worden. Afgelopen nacht daalde het kwik in Herwijnen tot acht graden onder nul en vanmorgen was onze tuin weer wit door lichte sneeuwval.

Buiten zie ik maar liefst drie roodborstjes. Terwijl een van hen zich te goed zit te doen aan een portie ongekookte havermout, houden de andere elkaar haarscherp in de gaten. Ze hippen wat om elkaar heen, doen of ze elkaar niet zien, maar toch! Eén van beiden gaat wat hoger op een tak zitten, het is vast een man. Hij zet zijn oranje borstveertjes uit om te imponeren en laat dat vergezeld gaan van een kort maar duidelijk liedje. De ander trekt zich er geen lor van aan, doet net of ie gek is en vliegt naar de vijver om te drinken. Het is natuurlijk wel lente en er zou aan voortplanting gedaan moeten worden maar vanwege de verwarrende seinen die de vogels krijgen, komt daar nog even niets van terecht. De daglengte is in deze tijd een teken voor vogels dat de winter voorbij is en de hormonen in hun lijfjes geven aan dat het tijd is voor paarvorming, nestje bouwen en eitjes leggen. Anderzijds vertelt het weer hen dat het nog wintert, er ligt nog ijs op de sloten, plassen en vijvers en het enige voedsel dat ze nog vinden is dat op de voertafels. Een heel verwarrend begin van de lente.

Zieke heggenmus

 Door de extreem lang aanhoudende kou zijn er heel veel vogels doodgegaan. Winterkoninkjes hebben de laatste winters een stevige klap gekregen wat goed te merken is aan de landelijke populatie. Ook ijsvogels hadden het weer zwaar te verduren, evenals reigers die bij bosjes omvielen. Omdat het geen landelijk probleem was maar heel Europa zuchtte onder kou en sneeuw, werd er veel heen en weer gevlogen door de vogels. Zeldzaam veel sijsjes waren er te zien. Volgens mijn eigen waarnemingen waren ze de laatste week sterk in aantal aan het minderen. Net als de kepen, een mooi getekende en felgekleurde vinkensoort. Sijsjes houden zich op zeer bescheiden schaal in ons land als standvogel op, maar het overgrote deel vliegt tegen het voorjaar naar het noorden om weer in hun broedgebieden jongen groot te brengen. Tegen de winter verlaten ze die barre oorden weer en zoeken hun heil een stuk zuidelijker. Hoe strenger de winter in het noorden, hoe meer sijsjes wij zien. Omdat ze in grote groepen rondzwerven, zijn ze ook veel te zien. Wij hebben ze in onze tuin sinds halverwege februari en dat is ongebruikelijk lang.
Na de prachtige lenteweek van zes maart leek het of de overwinterende vogels er weer in gingen geloven en begonnen ze weg te trekken; maar opeens zijn ze weer terug. Rushes, heet dat in vaktaal, koudevluchten. Op weg naar hun broedgebied merken de vogels dat dit een foute keuze was en keren terug naar waar ze vandaan komen. Verandert het weer ten goede, dan gaan de vogels opnieuw op reis. Het definitieve trekgedrag is een waar fenomeen. Er zijn soorten die achter elkaar kunnen doorvliegen, andere doen het in etappes. Opvallend is dat hier overzomerende vogels zich van tevoren opvetten door heel veel te eten alvorens aan hun lange reis te beginnen. De overwinterende vogels in ons land hebben die mogelijkheid niet. De honger en de duur van de winter heeft ze verzwakt en toch moeten ze die onvoorstelbare reis gaan ondernemen. De felle wind en de lage temperatuur hielden de vogels de afgelopen tijd in ons land. Een sijsje weegt niet meer dan 12 gram, vaak nog minder. Tegen de wind in naar het noorden vliegen is een bijna onmogelijke opgave.


Hoe het verder zal gaan met het weer en het vogelgedrag zal interessant zijn. Lopen biologische klokken, broedpatroon, voedselaanbod straks nog synchroon of wordt het een groot drama waarbij vele jonge vogels in het nest zullen sterven, net als vorig jaar?
Een ding is zeker: Het einde van de winter is de periode waarin het voedseltekort het nijpendst is. Zolang er nog geen blad aan boom of struik zit, zullen er geen insecten, eitjes en rupsen zijn dus blijft de situatie onveranderd. Blijf dus vooral doorgaan met voeren. De vogels in bos en veld kunnen we niet helpen maar onze gevleugelde tuinbevolking kunnen we nog een grote dienst bewijzen. Als het uiteindelijk tot broeden komt, zullen ze van een goede conditie kunnen profiteren.

1 opmerking:

Yvette zei

wat een mooi en leerzaam blog heb jij!

Een reactie posten