De avond begint te vallen, goed merkbaar is dat het al augustus is en we steeds een beetje verder van de langste dag verwijderd raken. Ik reken me rijk met een enorme troep mussen in de tuin die elke avond met veel vertoon van aanwezigheid een plekje zoeken in de klimop langs het huis. Ongelooflijk wat een kabaal dat al die vleugeltjes tezamen maken als ze zonder aanwijsbare reden opeens allemaal opvliegen en weer neerstrijken in de coniferen aan de andere kant van de tuin. Daarna vliegen ze vervolgens weer terug naar de klimop waarna een eindeloos geruzie en gedoe volgt eer ze allemaal een slaapplekje naar hun zin gevonden hebben. Dan wordt het doodstil, snaveltjes dicht en oogjes toe. Al een tijdje zie ik naast me in de Gelderse roos een koolmees zitten. Als de mussen eindelijk tot rust gekomen zijn zie ik hoe hij als een pijl uit een boog rechtstreeks het enige nog niet dichtgegroeide invlieggat van een mussenkast invliegt om daar te gaan slapen. Morgen de overige vliegopeningen van de kasten dan toch maar even ontdoen van de versperrende klimop.
De tuin staat er maar matig bij, veel is er verdord en sommige planten zijn geheel verdroogd. Het is geen leuk tuinjaar en 2018 zal dan ook de boeken ingaan als extreem en langdurig heet en droog. Dagelijks giet ik water bij de vlinderstruiken maar meer dan koolwitjes zie ik er niet. Slechts tweemaal deze zomer zag ik hier een dagpauwoog. Begin augustus zag ik voor het eerst twee jonge merels en in onze nestkasten werd niet gebroed. Parende kikkers waren er ook niet in het voorjaar en dat was voor het eerst in 40 jaar. Gelukkig lag het niet aan onze vijver want ik hoorde rondom mij dezelfde berichten. Voor het overige vijverleven was het een prachtig seizoen. Salamanders plantten zich er voort, heel veel verschillende libellen en juffers slopen uit, volwassen bruine kikkers sprongen vooral 's avonds in en uit het water en voor het eerst in een halve eeuw dat de vijver hier lag, verscheen er een groene kikker. Deze maakte zoveel kabaal dat mijn enthousiasme al snel verdween en door irritatie werd vervangen.
Bij elk geluid probeerde Sjors de Groene met luid gekwaak de overhand te krijgen en tijdens zachte nachten slapen met dichte ramen was een crime. Ik was dan ook blij toen Sjors opeens verdwenen leek en we wekenlang niets meer van hem hoorden. Tot hij halverwege juli zijn aanwezigheid opnieuw kenbaar maakte met gekwaak, maar nu gelukkig veel zachter dan toen hij bronstig om een vrouw riep. Als hij er volgende lente ook nog is, moet ik hem zien te verplaatsen want ik wil hem gewoon niet in de tuin.
In mijn omgeving zie ik overal verdroogd grasland, deprimerend verdorde rhododendrons, bruine beuken, kale berken, appelbomen met vruchten van het formaat kleine pruim, het is treurig. Dagelijks struint een groep kauwtjes over die brede dorre grasstroken in de straat, maar er zit nauwelijks iets eetbaars in de grond. Ik heb medelijden met de jonge kauwtjes, wat moet er van ze worden. Voor het eerst heb ik de kauwen gevoerd met insectenvoer uit de dierenwinkel. Als deze trend van hitte en droogte zich voortzet, hoe moet het dan met de natuur? Vlinders konden zich deze zomer niet voortplanten doordat hun waardplanten verdroogd waren en ze er hun eitjes niet konden afzetten. In het bos achter ons huis sterven de zwijnen van honger en dorst en de jonge dasjes door het ontbreken van insecten. De zwijnen hebben het vanaf het begin van dit jaar al zeer slecht, vele zijn verhongerd doordat er geen mast van beukennoten en eikels was, nu is het gras verdroogd, bessen verschrompeld en paddenstoelen zullen er ook niet zijn. Moeders hadden vanwege hun slechte conditie niet genoeg melk om hun biggetjes te voeden en ondertussen ging de jacht gewoon door. Zwijnen worden bijna het gehele jaar bejaagd, het is afschuwelijk. In de Rijn sterven zalmen doordat het water te warm wordt. Sloten en beken droogden op, duizenden vissen moeten zijn verdroogd, en wat moesten de ijsvogels beginnen zonder vis. Vogelaars troffen tijdens het ringen veel dode jongen in nesten aan door gebrek aan insecten, hoe moet dit allemaal verder gaan!
Nee, 2018 is geen jaar om vrolijk op terug te kijken waar het de natuur betreft. Vurig hoop ik dat degenen die rondbazuinen dat deze zomers vaak gaan voorkomen, het bij het verkeerde eind hebben. Onze generatie heeft de toekomstige al zoveel ontnomen door de wijze waarop er met natuur en milieu wordt omgegaan, wij hebben de dringende plicht daar een eind aan te maken.
7 augustus 2018
Geen opmerkingen:
Een reactie posten