Maaimachine: moordmachine

Het moet vreselijk zijn, het dood maaien van reekalveren. Toch gebeurt het regelmatig al wordt er weinig ruchtbaarheid aan gegeven. Dat  weidevogels sneuvelen onder de maaier is al lang bekend, hele nesten gaan er op die manier aan, eieren, pullen, broedende dieren. Dat van veel reekalfjes de pootjes worden afgesneden, of erger nog (als dat tenminste kan) spreekt meer tot de verbeelding. Reekalveren blijken vaak in hoog grasland door de moeder verborgen te worden. De jonge dieren drukken zich instinctief bij gevaar tegen de grond en blijven daar liggen. De natuur heeft ervoor gezorgd dat ze geen geur afgeven en op die manier veilig blijven voor predatoren. Maar de mens is in dit geval een superroofdier, gewapend met vreselijke moordmachines die niet alleen weidevogels en reekalfjes doden of verminken maar ook hazen, konijnen, patrijzen, fazanten. Het dier dat niet meteen dood is, wacht een afgrijselijke dood. Je zou dus veronderstellen dat er van alles aan gedaan wordt om dit te voorkomen.


De praktijk wijst anders uit. Slechts 4% van de veehouders heeft een wildredder op de maaimachine, lees ik op de website van een wildbeheereenheid. De wildredder is een balk met kettingen die met veel lawaai voor de maaier uitschuift en het wild moet verjagen. Maar het is een lastig te hanteren ding en dus impopulair. Als vermoed wordt dat er dieren in het te maaien veld aanwezig zijn, wordt soms ook handmatig wel gezocht naar reekalveren voordat er gemaaid zal worden.  Van binnen naar buien maaien is ook een goede optie. Op die manier drijf je de dieren het veld uit. Toch doet slechts een kwart van de veehouders dit. De bestuurder van een maaimachine moet dan wel wat vaardiger zijn en precies kunnen inschatten hoe en wanneer hij goed uitkomt. De perceellijnen uitzetten en recht op en neer rijden is natuurlijk veel makkelijker. Blijkbaar maken deze mensen zich niet zo druk over wat ze het dierlijk leven aandoen. Experimenten in het buitenland bewijzen dat 70% van het wild gered kan worden door van binnen naar buiten te maaien.

Ik las gruwelijke getallen: in heel Duitsland sterven naar schatting jaarlijks ruim 500.000 reeën, hazen en konijnen de maaidood. Daar zijn 1.000 reekalveren bij. In Zwitserland schat men dat er 3.000 reekalfjes per jaar op deze manier de dood vinden. In Nederland zou het gaan om enige honderden reekalfjes. Het gaat niet alleen om agrariërs maar ook om Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten. Ik zag foto’s op het internet die te vreselijk waren om te zien. Het verschijnsel is zo akelig dat er gelukkig toch mensen zijn die zoeken naar een oplossing om dit drama te voorkomen. Veehouders zouden er zelf al heel wat aan kunnen doen. Ze zouden wildredders kunnen inhuren, vrijwilligers die voor het maaien het veld doorzoeken, of anders kunnen maaien. In Friesland gebeurt dit laatste al, daar roept de Dierenbescherming vrijwilligers op zich in te zetten voor de dieren. Maar het is niet genoeg.

Nu de robots in opkomst zijn lijken deze het tij te gaan keren. Een thermische drone is in ontwikkeling voor het opsporen van reekalfjes. Met infrarood camera’s kunnen dieren in het gras eenvoudig worden opgespoord. Dergelijke drones worden nu al ingezet bij het opsporen van wietplantages en drenkelingen. Het zou prachtig zijn als deze nieuwe technieken zouden kunnen worden ingezet voor het redden van heel veel reekalveren en ander wild dat nu een verschrikkelijke dood sterft.

Juni 2015




1 opmerking:

Unknown zei

Wij gaan een project hier over doen. Waar heb je deze informatie gevonden?

Een reactie posten