In het verzinnen van de vogels had de Schepper nog de meeste
lol en daarom zijn er ook zoveel prachtig gekleurde soorten. Eén
daarvan werd zo fraai dat hij vernoemd werd naar het volmaakte oord waar de
aardse stervelingen als beloning voor hun goede manier van leven terecht zou
komen: de paradijsvogel. Maar ook de notenkraker, de goudvink, de putter, de
papegaaien en bijeneters versierde hij fantasievol en met eindeloos geduld tot
ze de mooist gekleurde en getekende veren hadden gekregen die je je maar denken
kunt. Zijn ijsvogeltje werd door de menselijke zoogdieren zelfs een vliegend
juweel genoemd. Af en toe nam de Schepper een time out, wilde hij zich voor de afwisseling een poosje met andere onderdelen
van de nieuwe aardbol bezighouden. En zo bleven er ook vogeltjes over die qua
uiterlijk minder bedeeld werden. De koperwiek kreeg nog snel even een rood
veegje links en rechts, de mussen moesten zich tevreden stellen met wat
donkerder streepjes. Zo ging het ook met de zangvogels. De ene soort kreeg een
schitterend liedje en de roodborst, merel, lijster en tuinfluiter maakten
menigeen daarmee gelukkig. Andere vogels, moesten het doen met
schreeuwgeluiden, gekras of eentonige geluidjes. Het was niet anders, er werd
gewoon teveel geschapen om alles spic en span af te maken. De Schepper nam wel
heel veel hooi op zijn vork.
Een groep schepselen die wel erg achtergesteld bleef waren de wintervlinders.
Waar vissen in de donkere diepzee voorzien werden van de prachtigste kleuren
die ogenschijnlijk volkomen nutteloos waren, kregen de wintervlinders niets, terwijl toch ook zij uitsluitend in het donker actief waren. Zij
moesten het doen met een onaanzienlijk uiterlijk, nauwelijks is er kleur te
bekennen op hun lijfjes. Er waren zoveel kleurvariaties uitgedeeld dat op een
gegeven moment de kleuren gewoon op waren. De dagvlinders hadden de laatste
versieringen gekregen. In die groep insecten leefde de Schepper zich weer enorm
uit. Denk aan de monarchvlinder, de dagpauwoog, de koninginnepage, hun vleugels
werden niet alleen versierd met de mooiste kleurcombinaties en de meest
ingenieuze patronen maar werden ook nog bedekt met ontelbaar veel
minuscule schubjes waardoor ze een nog indrukwekkender effect
kregen. Wat een gepriegel!
Wat echter nog veel erger was voor de wintervlinders
bleek pas toen de tijd om te paren aan de orde kwam. Voortplanting was bedacht
om de soorten in stand te houden maar daartoe moesten ze elkaar wel kunnen
vinden. Dat was bij deze soort niet het geval. Toen die geschapen werden
bleken opeens de vleugeltjes op. Daardoor hebben alleen de mannetje vleugels waarmee ze de andere sexe konden opsporen en de vrouwtjes
niet. Maar hoe moesten die beiden elkaar dan vinden? De Schepper bedacht een
oplossing: hij voorzag de vrouwtjes van de mogelijkheid
sterke geslachtsgeuren uit te zenden waarmee ze de mannetjes de goede richting mee
konden lokken. Dat bleek een dermate groot succes dat later ook andere dieren
deze feromonen kregen.
Was de schepping volmaakt? Daarover een volgende keer.
December 2016
2 opmerkingen:
Ik ben benieuwd naar je volgende verhaal. Er is een columniste aan je verloren gegaan!
Maarten
Net als de vorige reactie, kijk ik ook uit naar het vervolg. O de koninginnepage...zal die nog eens op mijn pad komen?
Groet Wil
Een reactie posten