Kauwenliefde


Onder onze gevederde vrienden vind je vogels van allerlei pluimage: opscheppers, druktemakers, opzichtige en bescheiden exemplaren, overspelige en hondstrouwe  figuren; het lijkt net de mensenwereld! Wat wij mensen het leukst en aandoenlijkst vinden, is de levenslange trouw van vogels, zoals van zwanen die monogamie tot levensstandaard hebben verheven. Kauwen zijn wat dit betreft nummer 1 op de ranglijst, er zijn nauwelijks vogels die een mooier en indrukwekkender sociaal leven leiden dan deze innemende kraaiensoort. 

Kauwen die behoren tot de kraaiachtigen, leven in een verbazingwekkend goed georganiseerde familieband. In de kauwenkolonie wordt goed voor elkaar gezorgd. De vogels verdedigen elkaar en letten erop dat regels gehandhaafd blijven. Er heerst een strenge sociale rangorde. Als een hoger geplaatst kauwenvrouwtje onverhoopt weduwe wordt, zal ze niet een nieuw paartje vormen met een lager geplaatste kauwenman. Adel verplicht, ze zoekt dus een nieuwe echtgenoot die net als zij op een hoge trede van de maatschappelijke ladder staat, of liever nog wat hoger. Een kauwenman daarentegen zal er nooit in slagen hogerop te komen, wat hij ook doet. Voor hem geldt het principe: wie als dubbeltje geboren is, zal nooit een kwartje worden.  Toch gedraagt geen enkele kauw zich minachtend ten opzichte van lager geplaatste familieleden. Leven en laten leven, is het motto in de kauwengemeenschap.

Een jonge kauw is in zijn tweede levensjaar pas geslachtsrijp maar al in zijn eerste jaar zoekt hij verkering met een leuke kauwenmeid. Voortplanting is dan nog niet aan de orde maar er wordt al wel hevig geflirt en gekoosd.  Denk niet dat dit na verloop van jaren is afgelopen. Niks hoor, kauwenstelletjes  blijven hun hele leven lang minnekozend tezamen. In het tweede jaar komt de voortplanting aan de orde hetgeen resulteert in een nest met een vijftal eieren. 

Jonge kauwtjes weten niet intuïtief wat gevaar betekent en vluchtgedrag hebben ze ook niet van nature. Het moet allemaal worden aangeleerd door hun ouders. Doordat ze in een grote groep leven, zijn ze ook veiliger en het biedt allerlei voordelen. Van elkaar vernemen de vogels bijvoorbeeld waar goede voedselplekken te vinden zijn. Let maar eens op hoeveel er tussen kauwen geconverseerd wordt; als er trammelant ontstaat, is het ka-ka-ka niet van de lucht.  Het schijnt dat kauwen die in de grote stad wonen, minder hoffelijk tegen elkaar zijn dan hun soortgenoten die in de natuur leven. Zo constateerde Achilles Cools, een Belgische schrijver en kunstenaar die midden in een kauwenkolonie woont, dat zijn kauwen elkaar in de ogen kijken als ze elkaar treffen en dat stadskauwen dat niet doen. Hij heeft de kauwen beschreven en geschilderd in meerder boeken en het is allemaal even mooi en onderhoudend.

                                                             
Vroeger hadden jongens op het platteland vaak een jonge tam gemaakte kauw. Zo’n vogel werd dan heel aanhankelijk en vloog overal met zijn mens mee. Vogels die met de hand zijn grootgebracht en nooit soortgenoten zagen, reageren daar ook niet op,  al blijft bij kauwen altijd de ingebouwde neiging bestaan met de soortgenoten mee te vliegen. Vaak komt het in de jaren daarna ook wel goed en wordt zo’n vogel steeds meer een echte Kauw met bijpassende gedragingen. Konrad Lorenz die zich bezig hield met gedragsonderzoek bij dieren en die een grote voorliefde voor kauwtjes had, beschreef hoe een van de kauwendames uit een kolonie bij zijn huis verliefd op hem werd en almaar probeerde hem lekkere hapjes aan te bieden. Uiteindelijk propte de kauwenvrouw de rupsen en wormen maar  in de oren van Lorenz als hij zijn mond niet open deed. Hij kan lyrisch over zijn kauwen schrijven en het is enig om te lezen. Hij vertelt in een van zijn boeken hoe hij ontdekte dat kauwen alles aanvallen wat zwart en fladderig is; hij ondervond dat toen hij een zwarte zwembroek uit zijn zak haalde om op te hangen. Van alle kanten kwamen de kauwen aangevlogen en hakten in op zijn handen die dat zwarte ding, dat ze aanzagen voor een vijand, in handen hielden. Lorentz: zonder moeite lukt het een kauw de anderen te overtuigen van je boosaardigheid. De kauw maakt daartoe een waarschuwingsgeluid  en het “praatje” verspreidt zich als een lopend vuurtje en in korte tijd sta je bij alle kauwen in de buurt bekend als een rover die bedreigt moet worden.
Nou ja, je snapt het wel: koop of vraag een boek cadeau en ga lezen over de Kauw. Je sluit hem voor altijd in je hart!

Foto: website Achilles Cools

1 opmerking:

Anoniem zei

Leuk verhaaltje ja, maar de kauw is een vogel die ik NOOIT in mijn hart zal sluiten. Sinds ze hier in de wijk binnen zijn gedrongen een jaar of vijf geleden is hun aantal jaarlijks verveelvoudigd. Helemaal niet erg, maar de andere vogels verdwenen in hetzelfde tempo. De kauwen, die hier te boek staan als mormels, nemen nesten in dakgoten in van andere vogels als de spreeuw. De enkele mussen die hier nog zitten zijn hun leven ook niet zeker met deze mormels in de buurt. Mussen jongen worden vanuit de struiken meegenomen naar het nest of direct genuttigd. Gewoon omdat het kan. De mormels zijn simpel weg met teveel om andere vogels een kans te geven te leven. Hier in de buurt en in nabij gelegen gemeente worden ze al plaag gezien. Natuurlijke vijanden hebben ze niet en wij mensen mogen ze niets aandoen van onze grote vrienden de onwetende regel makers in Den Haag. Snel zal de kauw tussen Rotterdam en Hoek van Holland dus heer en meester zijn. Andere vogels zullen hun heil gaan zoeken in landen waar wel aan "pestcontrol" gedaan mag worden. België bijvoorbeeld. Moeten we dus blij zijn met deze "liefdevolle" vogel? Ik zeg nee! Deze alles slopende, overlast veroorzakende schreeuwlelijk moet aangepakt worden! Het aantal moet drastisch omlaag om andere vogels weer een veiliger leven te gunnen en daarmee de natuur om ons heen weer kleur te geven in plaats van zwart te maken!

mvg
een westlandse vogelaar.

Een reactie posten